- Lui oog correct leren definiëren
- Oorzaken van lui oog
- Prevalentie en meest kwetsbare leeftijden
- Preventie en behandeling van lui oog
Lui oog correct leren definiëren
Amblyopie of lui oog wordt vaak gedefinieerd als slecht zien met één oog dat zelfs met de beste optische correctie (bril, lenzen, lasik, …) niet verholpen kan worden. Maar het is eigenlijk correcter om amblyopie te definiëren als een complexe ontwikkelings- en informatieverwerkingsstoornis van het visuele hersensysteem. Met andere woorden, het oog is perfect gezond maar de hersenen zijn visueel niet voldoende ontwikkeld om de binnenkomende visuele signalen van dat oog goed te verwerken. Amblyopie wordt daarom ook wel hersenblindheid genoemd. Hoewel amblyopie dus technisch gezien geen oogziekte is, veroorzaakt amblyopie meer gevallen van monoculaire blindheid dan alle andere oogziektes tezamen. Lui oog is dus een niet te onderschatten visuele aandoening.
Zien is een bijzonder complexe hersenactiviteit. Een groot aantal parallel uitgevoerde, maar wederzijds aanvullende, neurologische processen brengen tezamen een geïntegreerde en coherente visuele waarneming tot stand. Als door één of andere vorm van visuele deprivatie verschillende van die neurovisuele processen onderontwikkeld raken, spreekt men van amblyopie. Wazig zien met één oog is slechts één aspect van lui oog en het topje van de “amblyopische ijsberg”. Het merendeel van die onderliggende amblyopische ijsberg bestaat uit volgende symptomen.
- verminderd of geen dieptezicht
- abnormale oogbewegingen en oogsamenwerking
- het slecht kunnen afstellen van de ooglens (accommodatie)
- andere vormen van abnormale visuele informatieverwerking in de hersenen (verminderd perifeer zicht / beperkt gezichtsveld, het crowding-effect, moeilijke integratie van alle visuele en andere zintuiglijke informatie, verschil in kleurenzicht tussen beide ogen, …)
- algemene motorische moeilijkheden
- het moeilijk aansturen van lichaamsbewegingen op basis van visuele informatie
- abnormale lateraliteit en body image
Als amblyopie of lui oog onvoldoende functioneel behandeld wordt bij kinderen, zal het ook een negatieve invloed hebben op de leesvaardigheid, schoolse ontwikkeling en de socialisatie van het kind. Bovendien leidt een gebrek aan dieptezicht en andere onderontwikkelde visuele vaardigheden vaak tot een handicap in het latere beroepsleven.
Oorzaken van lui oog
De ontwikkeling van amblyopie of lui oog is het gevolg van bepaalde visuele deprivatiefactoren. Met visuele deprivatiefactoren bedoelt men bepaalde optische of lichamelijke barrières die verhinderen dat visuele input van beide ogen de hersenen bereiken of door de hersenen kunnen verwerkt worden. Als gevolg zullen bepaalde neurovisuele hersenprocessen onderontwikkeld blijven. Die amblyopie-veroorzakende deprivatiefactoren zijn:
- ongecorrigeerde verziendheid of bijziendheid (bril nodig!)
- ongecorrigeerd astigmatisme (bril nodig!)
- een groot verschil in voorschrift tussen beide ogen (bril nodig!)
- scheelzien (bril en visuele therapie/operatie nodig!)
- oogziektes zoals cataract, glaucoma, …
- overmatig en langdurig afplakken van een oog
Die amblyopie-veroorzakende factoren moeten zorgvuldig gemonitord en tijdig gecorrigeerd worden, zeker op jonge leeftijd. Een snel ingrijpen kan in vele gevallen amblyopie voorkomen of verhelpen.
Prevalentie en meest kwetsbare leeftijden
Een lui oog of amblyopie is de meest voorkomende oorzaak van verminderd zien bij baby’s en kinderen (ongeveer 4 à 6%). Het risico op het ontwikkelen van amblyopie is het hoogst in de eerste 2 tot 3 levensjaren, maar ook later in de visuele ontwikkeling kan lui oog nog ontstaan. De afwijking wordt helaas meestal pas ontdekt in de kleuterklas.
Cruciale periode: 0 tot 6 maanden
- Kordate behandeling noodzakelijk: duidelijke en scherpe visuele input absoluut nodig voor een gezonde hersenontwikkeling
- gebrek aan behandeling van bepaalde serieuze amblyopie-veroorzakende factoren kan leiden tot wettelijke blindheid en nystagmus
- amblyopie-veroorzakende factoren hebben het meest invloed op de hersenen tijdens deze periode
Gevoelige periode: 6 maanden tot 8 jaar
- Kordate behandeling noodzakelijk
- gebrek aan behandeling leidt tot bepaalde mate van visuele invaliditeit
- het kind blijft kwetsbaar voor het ontwikkelen van amblyopie maar de lange termijn effecten zijn minder ernstig dan bij het ontstaan tijdens de cruciale periode
- amblyopie kan geremedieerd worden op voorwaarde van een goede naleving van de behandelingsvoorschriften
- amblyopie kan terugkeren als de oorspronkelijke amblyogene factoren niet zijn aangepakt (d.w.z. binoculaire en refractieve afwijkingen behandelen/corrigeren)
- 8 jaar is doorgaans de bovenleeftijd voor het ontwikkelen, maar niet voor het laten behandelen (!), van amblyopie. Herstel van binoculariteit (zien met beide ogen) en stereozicht kan ook nog op latere leeftijd.
Vatbare periode: 8 jaar tot 18 jaar
- Kordate behandeling aangewezen indien de patiënt gemotiveerd is en de voorgeschreven oefeningen geregeld wil doen en gedragsveranderingen wil naleven.
- het terugkeren van amblyopie is mogelijk doorheen de tienerjaren als de amblyopie-veroorzakende factor terugkeert/nog steeds aanwezig is.
- terugkerende amblyopie tijdens deze periode wordt meestal veroorzaakt door scheelzien of het niet dragen van een bril of lenzen
Periode van blijvende hersenplasticiteit: 18 jaar tot levenseinde
- behandeling kan doeltreffend zijn als de patiënt de voorgeschreven behandeling goed opvolgt en de prognose voor zijn/haar specifieke geval gunstig is
- het is niet waarschijnlijk dat amblyopie nog de kop opsteekt zelfs als er amblyopie-veroorzakende factoren aanwezig zijn
Preventie en behandeling van lui oog
Goede preventieve monitoring van amblyopie-veroorzakende factoren (zie boven) bij baby’s en peuters is essentieel. Meestal kan het tijdig starten met het dragen van een bril de ontwikkeling van amblyopie voorkomen. Dit lijkt vanzelfsprekend maar op de keper beschouwd slagen de meeste zorgverleners er nog steeds niet in op tijd een bril (voor verziendheid) voor te schrijven voor baby’s of peuters, of doen dit zelfs bewust niet.
Indien amblyopie of lui oog zich al heeft voorgedaan, is er met de juiste behandeling nog steeds veel verbetering of zelfs een normalisatie mogelijk. De behandelingswijze is afhankelijk van de leeftijd (zie boven) en verschilt van geval tot geval.
Een andere factor van belang in het behandelen van lui oog is of de amblyopie al dan niet gepaard gaat met scheelzien.
1. Refractieve/Accommodatieve amblyopie zonder scheelzien: Optische correctie / bril + visuele therapie met sterke nadruk op oogsamenwerking en het ontwikkelen van stereoscopisch dieptezicht.
2. Amblyopie gecombineerd met scheelzien: Optische correctie / bril + beperkt afplakken + visuele therapie met sterke nadruk op oogsamenwerking en stereozicht. Visuele therapie is de minst invasieve, minst risicovolle en meest doeltreffende primaire behandeling voor scheelzien en lui oog. Indien men tijdens de visuele therapie op onoverkomelijke hindernissen botst, kan een oogspieroperatie worden overwogen na het grondig afwegen van de voor- en nadelen.
Zoals eerder aangehaald is amblyopie een complexe visuele informatieverwerkingsstoornis van de hersenen die vaak gepaard gaat met oogsamenwerkingsproblemen. Om te verzekeren dat het lui oog in de toekomst niet opnieuw afhaakt, is het absoluut noodzakelijk voor het langdurig slagen van de behandeling dat de oogsamenwerking wordt versterkt. De behandeling kan pas als volledig geslaagd beschouwd worden als goede oogsamenwerking en stereoscopisch dieptezicht verworven zijn.
Lui oog is het best behandelbaar op jonge leeftijd omdat kinderhersenen nog erg maakbaar en plastisch zijn. Toch zijn lui oog en oogsamenwerkingsproblemen ook behandelbaar op volwassen leeftijd. Het aanpassingsvermogen van onze hersenen blijft tot op zekere hoogte levenslang aanwezig, maar het bekomen van de gewenste visuele verandering zal bij volwassenen meer inspanning en discipline vergen dan bij kinderen. Meer informatie en details over het behandelen van amblyopie en scheelzien met visuele therapie zijn te vinden in het boek Diepte Leren Zien door Susan Barry.