- Wat zijn visuele vaardigheden?
- Overzicht voornaamste visuele vaardigheden
- Scheelzien, diepteblindheid en het belang van dieptezicht
Wat zijn visuele vaardigheden?
Als we het hebben over goed zien, denken de meesten mensen spontaan aan het al dan niet scherp zien (visus). Maar gezichtsscherpte, zoals gemeten tijdens het klassieke letterkaartonderzoek bij de oogarts, is slechts één van de vele visuele vaardigheden die we nodig hebben om écht goed te zien in het dagelijkse leven.
Zo is het mogelijk dat je in de stoel van de oogarts de letterkaart op een afstand van een meter of zes wel kan aflezen, maar
(1) je niet in staat bent die scherpstelling langdurig vol te houden,
(2) je geleidelijk aan de controle over je oogstand verliest,
(3) je scherp maar ook dubbel ziet,
(4) je wazig ziet als in beweging bent (erg lage dynamische gezichtsscherpte vs. gezichtsscherpte in rust),
(5) je de ogen niet goed of langdurig naar binnen kan draaien voor lees- en bureauwerk,
(6) je moeilijk tussen verschillende kijkafstanden en blikrichtingen kan switchen,
(7) je de ogen niet goed kan uitlijnen,
(8) …
Jammer genoeg worden tijdens een gestandaardiseerd oogonderzoek heel wat van die veel voorkomende en behandelbare visuele gebreken niet gedetecteerd. Gedurende een uitgebreid functioneel optometrisch onderzoek dat doorgaans 40 minuten tot één uur kan duren, worden wél alle onderstaande visuele vaardigheden geëvalueerd. Daarna kan indien nodig een actieplan worden opgesteld om zwakkere visuele vaardigheden bij te spijkeren met visuele therapie of training.
Overzicht voornaamste visuele vaardigheden
1 | Vlotte en moeiteloze oogbewegingen in alle kijkrichtingen | Het vermogen beide ogen vlot samen te bewegen om ze op een gewenst doelwit te kunnen richten, een bepaald oogbewegingstraject af te leggen, vlot tekstregels te scannen of oogvolgbewegingen uit te voeren. Het kunnen volhouden van deze vaardigheden doorheen de dag is ook erg belangrijk. |
2 | Het scherpstellen van het beeld van beide ogen (accommodatie) tegelijkertijd voor zowel korte als lange kijkafstanden | Zich een scherp beeld kunnen vormen van voorwerpen op verschillende kijkafstanden door de ooglens platter of boller te maken (accommoderen). Het flexibel en moeiteloos kunnen switchen tussen scherpstellen op verschillende kijkafstanden is ook erg belangrijk. Ten slotte is het langdurig kunnen volhouden van de scherpstelling zonder buitensporige vermoeidheid of schommelingen in de scherpte van het beeld cruciaal. |
3 | Het uitlijnen van beide ogen (vergentie) voor zowel korte als lange kijkafstanden | Het vermogen om de ogen vlot en moeiteloos uit te lijnen om naar dichtbij zijnde voorwerpen of tekst te kijken (convergeren) en naar verder gelegen voorwerpen te kijken (divergeren). Het langdurig kunnen volhouden van de uitlijning (convergentie of divergentie) op de gewenste kijkafstand, zonder overdreven moeheid, instabiliteit van de oogstand of het ontstaan van dubbel zicht, is essentieel voor een goede lees-, leer- en werkvaardigheid. |
4 | Centraal gezichtsveld | Kan je goed zien via het centrale gebied van het netvlies van ieder oog? |
5 | Perifeer zicht | Hoe breed is je gezichtsveld? Wanneer worden voorwerpen zichtbaar in je perifere gezichtsveld als je recht vooruit kijkt? Vaak gaan oogsamenwerkingsproblemen en scheelzien/lui oog door het slecht fuseren van beide beelden en een zekere mate van suppressie gepaard met een kleiner of zelfs meer dan gehalveerd gezichtsveld. Als het gezichtsveld te klein is, is dit problematisch. |
6 | Dieptewaarneming en dieptezicht | Hoe neem je diepte waar? Heb je geen stereozicht en schat je diepte onrechtstreeks in aan de hand van monoculaire diepte-indicatoren (schaduw, afdekking, grootte van objecten, …) zoals vaak het geval is bij slecht uitgelijnde ogen, scheelzien of lui oog? Dit heet stereoblindheid of diepteblindheid. Of heb je wel een zekere mate van stereozicht? Dit kan gemeten worden door de oogarts/optometrist en wordt gekwantificeerd in booggraden. Je kan dit zelf ook tot op zekere hoogte testen met een stereogram. (link!) Zowel bij diepteblindheid als onderontwikkeld stereozicht is er vaak mogelijkheid tot verbetering. Stereozicht is veel belangrijker dan men lang heeft gedacht. Stereozicht is het fundament dat zorgt voor een stabiele en naadloze integratie van de beelden van beide ogen, de oogsamenwerking en alle andere visuele vaardigheden. Als je kan zien met beide ogen en je hersenen stereozicht genereren, is 1 + 1 niet 2 maar eerder 5 door de extra derde dimensie, een veel breder gezichtsveld en de fundamenteel verschillende en levendigere manier van zien. Zie ‘belang van dieptezicht‘ |
7 | Kleurenwaarneming | Het betreft hier NIET kleurenblindheid maar het vermogen verschillende kleuren te onderscheiden. Hoe verfijnd is je kleurenwaarneming? In geval van scheelzien en/of lui oog is er soms ook een verschil in kleurenwaarneming tussen beide ogen. |
8 | Grove visio-motoriek | Kan je je zorgeloos en gezwind doorheen een ruimte bewegen, volledig vertrouwend op wat je visuele zintuig je vertelt? Moet je soms eerst de omgeving of voorwerpen aftasten om ze exact te kunnen plaatsen? Bots je vaak tegen dingen aan of mispak je je regelmatig? Als bijvoorbeeld de nauwkeurigheid van je oogbewegingen verschilt van dag tot dag, of zelfs doorheen de dag, dan zal de visuele informatie waarop je je bewegingen baseert ook verschillen. Dat creëert heel wat onzekerheid. Je visuele zintuig is dan letterlijk onbetrouwbaar. Geen wonder dat je dan een beetje onhandig bent! |
9 | Fijne visio-motoriek | Hoe vlot ben je in het uitvoeren van schrijftaken, naaien, smsen, typen en andere fijnmazige activiteiten op korte afstand waarbij de informatie van je visuele zintuig je nauwkeurigheid bepaalt. Ook als je een vrij hoog nauwkeurigheidsniveau kan behalen maar overdreven veel hand-, arm-, kaak- of oogspanning en vermoeidheid ondervindt, is een meer diepgaand optometrisch onderzoek aangewezen. |
10 | Visuele waarnemingsvaardigheden en visuele informatieverwerking | Ben je je bewust van je visuele omgeving en wat er aan de gang is in je gezichtsveld? Merk je snel dingen op? Kan je dingen gemakkelijk visueel onderscheiden en herkennen? Hoe goed ben je in het opnemen van visuele informatie en het snel incorporeren van die informatie bij het volbrengen van taken? |
11 | Visuele integratie | Hoe vlot worden visuele vaardigheden en informatie geïntegreerd met andere zintuiglijke, motorische en cognitieve vaardigheden om complexe taken te voltooien? Wordt je zicht onduidelijk als je in beweging bent? Moet je bijvoorbeeld stoppen met stappen om verpakkingen in de supermarkt te lezen? Is het overdreven moeilijk om te luisteren en te kijken tegelijkertijd? Ben je door een instabiel en inconsistent visueel zintuig overgevoelig voor geluid? Word je duizelig, of verlies je zelfs je evenwicht, door een slechte integratie van het vestibulaire evenwichtsorgaan en je oogbewegingen? Dit kan zich ook uiten door slecht en wazig te zien na het fietsen bijvoorbeeld. In de finale fases van visuele therapie, na het versterken van de oogsamenwerking in rust, wordt die vaardigheid ook geïntegreerd met cognitieve, motorische en evenwichtsoefeningen (zoals bvb voorlezen terwijl je balanceert op een balk). |